Hoe een mailtje “meebrengen op dinsdag” leidt tot een waanzinnig schoon inzicht

Eind vorige week kreeg ik een mailtje binnen van de juf:

Volgende week knutselen we onze eigen tijdscapsule. Hiervoor brengen de kinderen volgende zaken tegen dinsdag mee  :

–  een schoendoos of ander kartonnen doosje

–  kranten

– spulletjes die ze 5 jaar lang in het doosje willen bewaren (Let wel op, het doosje blijft 5 jaar lang dicht.)

Zo’n mailtje is altijd wat stress. Wat ik ook aan het doen of denken ben, het is steeds opperste concentratie. In één klap gaat er vanalles door mijn hoofd: Wat precies? Tegen wanneer? Hoe zorg ik ervoor dat ik dat niet vergeet? Vooral dat laatste eigenlijk. Ik noteer zo’n zaken in onze gedeelde agenda, kwestie dat manlief me er toch kan aan herinneren, haha. Zo zal het dan gaan, dinsdag om 7u30 “Wat is dat van die tijdscapsule?” “Ach, dankjewel *zoen*”. “Ow-kee, wel graag gedaan” aldus die wederhelft.

Ik schrijf het ook op. Echt op. Schrijven stimuleert mijn onthouden. Dus komt ‘doos Andreas dinsdag’ op mijn lijstje van taken van de week en de dag (in bullet journal of soortgelijke planner). Een nagenoeg waterdicht systeem. En dan nóg is vergeten menselijk. Dus zorg ik dat die doos hier meteen goed in het zicht ligt.

In het zicht, inderdaad. Ik erger me nogal aan zaken die er niet moeten liggen. Die vallen op en/of moeten weg. Voordeel van voor de rest behoorlijk georganiseerd te zijn. Met stip op 1 van efficiënte technieken is het dus: die doos vol in ’t zicht. 4 dagen kijkt die me aan en herinnert me eraan dat hij vooral mee moet. Dinsdag. Dinsdag dus.

Daar ligt de doos. Goed in ’t zicht.

Maar goed, first things first.

Die schoendoos. Dat hebben we hier altijd wel liggen. Lege schoenendozen die nog een rondje meekunnen, bewaar ik in één van de kasten van de jongens. Ofwel voor schoenen die te klein zijn en weggegeven kunnen worden, of voor knutselprojecten. Voilà, content dat ik er één had én die meteen wist liggen. Meer interessante tips over spullen opbergen en terugvinden, vind je trouwens hier .

Dan die kranten. Die worden hier hoofdzakelijk online gelezen, dus betekende het een uitstapje naar de krantenwinkel op maandagmorgen. Bertem city wakker zien worden… er ging een nieuwe wereld voor me open.

Een rustige maandag ging het worden. Ook voor mij, met enkele af te handelen administratieve zaken, maar geen coachings gepland. Dus een hele dag en 2 kranten voor me.

Weekendgevoel op maandag.

Thuisgekomen lagen die kranten even onwennig naar mij te loeren. Ik permitteerde het me om al om 9u mijn eerste koffie te maken (om 9u15 mijn 2de trouwens) en met een stuk cake de kranten door te nemen.

Ik voelde me zo’n zelfvoldane moeder die ‘mee’ is met alle actualiteit en zo. Die vóór ze aan haar dag begint al kranten doorneemt, relax ontbijt en haar huis en haar in de plooi heeft. Had ik nog een bril gehad, ik zette hem op. Ok, serieus, ik genoot van het ontspannen kunnen starten met de week. Weekendgevoel op maandag. Dus hierbij, juf (ja, je leest zeker die blogpost) hebben jouw leerlingen niet elke maand (of week) kranten nodig?

Maar waarover ik het in deze blogpost echt wil hebben, is dat 3de puntje: spulletjes om de doos mee te vullen, en die 5 jaar bewaard zullen worden.

Dit weekend was dus “Operatie Tijdscapsule”

Een creatieve opdracht voorbereiden betekent ten huize Practical Joke meestal – tenzij er muziek aan te pas komt, dat is manlief zijn rayon – ik die de brainstorm in gang zet. Ik die input geef aan de brainstorm. Ik die de input uitwerk. En ik die die uitwerking welja, uitwerk.

Dus hadden we (ik?) hier al de wildste ideeën. Gaande van klei-kunstwerkjes (zeer hot bij onze boys momenteel). Of strijkparelkunstwerkjes (die waren hot tot klei hot werd). Tekeningen (ook altijd een hit).

Oh en de Sinterklaasbrieven van dit jaar (sssst voor kleine broer) die dus niet écht door Sint meegenomen zijn, maar hier op de hoogste kast liggen tot ze in onze herinneringenboxen komen – mijn eigen tijdscapsule eigenlijk. Dan zal Andreas binnen 5 jaar terugzien dat hij diertjes voor in zijn Playmobil dierentuin vraagt (smelt smelt smelt).

En omdat muziek moeilijk in te pakken is, dan ook maar die partituur van Ode an die Freude, want dat schalt hier meermaals per dag op xylofoon, blokfluit en drum – ja drum – door het huis.

Wat foto’s, dachten we ook. Eén van de jongens samen. Van ons 4. Of van tijdens onze laatste reis. En met vriendjes.

Nog zo’n essential: een koekje – ’t is echt wel het kind van z’n moeder – Maar vonden we toch iets te tricky. Een ijsje, simpelweg onmogelijk.

Misschien ook nog een t-shirt, zodat Andreas binnen 5 jaar ontegensprekelijk zal zien dat hij toch écht gegroeid is. Waanzinnig leuk idee, zo’n tijdcapsule.

Ik was dus ook nà de brainstorm vollen bak mijn ideeën aan het delen met mijn mannelijke gezinsgenoten, die de ernst en de urgentie hier minder van inzagen.

“Tegen dinsdag was het, we hebben toch nog een dag”.

Hier zit al het verschil. “Nog mààr een dag”, denk ik. Iets voor een volgende blogpost misschien.

Maar goed. Ik zag deze ochtend een klasgenoot van zoonlief, die trots zijn doos meehad (klein stresske, ’t was toch niet tegen vandaag?). “Wat zit erin”, vroeg ik. De klasgenootjes kennen me al, ik ben zo’n moeder die tegen iedereen praat (dus de kids ook ophoudt en zo, sorry). “Een mondmasker, een foto en…”. “Dat mondmasker zal iedereen wel hebben” vulde z’n mama aan.

Maar ik bleef staan: “Een mondmasker!” Zo goed gevonden, dacht ik, zei ik ook. En neen, daar hadden wij niet aan gedacht.

Zot eigenlijk. Dat ik bij die brainstorm geen moment dacht aan die pandemie. De jongens ook niet trouwens.

Ik dacht meteen aan Andreas, hoe hij is, waarmee hij speelt. Dat hij als 9-jarige ook gewoon nog speelt. Wat hem zo typisch maakt. Wat hij ook letterlijk typisch mààkt van knutsels, muziek en zijn gekende heerlijke gedachtesprongen.

En eigenlijk maakte me dat bijzonder content, bedacht ik slurpend van mijn koffie om 9u (of was het die van 9u15?). “Er komen toch kranten in, waarvoor anders die kranten?” Ze zullen wel geen papier-maché maken, toch, anders kon ik evengoed de Streekkrant meegeven.

Dus, als hij binnen 5 jaar die doos openmaakt, of – zoals nu nog steeds – vraagt of ik hem wil helpen, zullen we snel weer in 2020 zitten. Maar zullen we snel zien hoe creatief en ontwapend onze 9-jarige Andreas is. Hopelijk vindt hij dat dan ook nog.

Conclusie. We zijn toch zoveel meer dan ondergeschikt aan die Covid-pandemie. Gelukkig maar. We leven in een heel vreemd jaar, ok. Maar als ik iets wil dat ons duidelijk wordt/blijft binnen 5 jaar… dat is dat we hier een waanzinnige schat aan creativiteit en liefde in huis hebben.

Conclusie. We zijn toch zoveel meer dan die Covid-pandemie. Gelukkig maar.

En straks klinkt hier weer Ode an die Freude, wordt er weer iets moois geboetseerd, tellen we nog eens af naar de sint.

En verzamel ík dan maar de spulletjes voor in die doos, vermoed ik … maar content.

Echt wel content.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-atribuut; de bestandsnaam is 20201123_184111.jpg
De selectie in de doos.

Een gedachte over “Hoe een mailtje “meebrengen op dinsdag” leidt tot een waanzinnig schoon inzicht

Voeg uw reactie toe

  1. Zalige blog. Heel herkenbaar. Dus kreeg ik de krop in de keel…wat een jaar. En de laatste tijd denk ik steeds minder aan al de negativiteit er rond, maar de opportuniteiten die het bracht…net zoals in dit bericht. Binnen 5 jaar zullen we ook ogen trekken als we deze post nog eens hernemen…ik denk dat ik ook een doosje ga maken 😉

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: