Hier, nog een kleinigheidje

Het was paasmaandag (je weet wel, één van die 231 dagen in de paaspauze. Of zo voelde het toch) en mijn schoonouders kwamen even hallo zeggen.

Even hallo zeggen betekent in huidige c-tijden: uitwisselen. Uitwisselen van weetjes, het met eigen ogen zien dat iedereen het goed stelt (niet ziek is, goed eet) en uitwisselen van gerief.

“Hier, nog een kleinigheidje”, en zo. Je kent dat wel.

Onze buitenbezoekers kwamen toe met 4 zakken. Eén met paaschocolade – juij, want hier kun je er niet genoeg van hebben (met nog zo’n 200 dagen paaspauze te gaan. Of zo voelde het toch) – én met 3 zakken kleren van de neefjes.

De jongste generatie schoonfamilie is proportioneel gezien meer mannelijk dan vrouwelijk. Wij bevorderden dit ook, met onze 2 tarzans.

We spraken helemaal niet af – zo ben ik niet – maar de leeftijden volgen mekaar in een gezellig en praktisch tempo op.

Dus, zie daar de kans om kinderkleren door te geven. Joehoee.

Een minimalist ben ik niet, dat had je vermoedelijk wel al door. Een bewuste consument wel. In die zin dat ik liever tig keer zoveel betaal voor een paar schoenen of een bloesje, dat naast ‘ronduit gewéldig’ ook ‘duurzaam’ is. En lang mooi blijft.

Ziehier mijn recente catch: mega comfy sandalen van Ellen Verbeeck bij Belva in Leuven.

Het gebeurde trouwens ook al dat we onder vriendinnen een doorgeefsysteem opzetten, met onze eigen kledij. Smaken, stijlen en modellen veranderen. Wat ben je met een mooi leren jasje, als het niet goed meer zit, en louter dient om de hoop of de kapstok te vullen?

“Geef je spullen de plek die ze verdienen”, zeg ik dagelijks tegen mezelf. En tijdens coachings de ganse dag door tegen m’n klant. Of tegenwoordig dus, tijdens virtuele coachings.

Dat geldt ook voor kledij. De plek die ze verdienen is ofwel aan je lijf, ofwel op een plaats in je kast of dressing waar ze voldoende plaats hebben, én – niet onbelangrijk – waar je ze terug vindt.

Aan kastenvullerij doe ik niet mee. Bewuste keuzes maken, iets naar waarde schatten, da’s meer mijn ding.

De kasten van de jongens zijn, welja, ook bewust. Maar toch veel uitgebreider dan die van mij.

Neen, ik ben niet zo’n moeder die, eens ze kiddo’s heeft, enkel nog voor hen koopt en niet meer voor zichzelf. Heb ik nooit last van gehad, haha.

Ik heb eigenlijk gewoon de chance dat mijn schoonzussen en een geweldige vriendin hun kinders kregen tussen de onze door. Vreemde zin, als je dit letterlijk leest. Niet doen dus.

Ook een chance dat die kinders van hetzelfde geslacht, en die ouders van hetzelfde gedacht zijn. Namelijk, laat ons vooral een rondje kledij doorgeven.

De kleerkasten van de jongens zijn gevuld met – echt waar, ik overdrijf niet – zo ben ik niet – 70 procent van het’em en 30 procent zelf gekocht.

Het’em is trouwens West-Vlaams voor ‘gehad hebben’. Vaak gebruikt in ’t Is van het’em. Ofte, ik heb dat hier eigenlijk allemaal gekregen.

De proef op de som op vlak van kinderkleren: enkel die donkerblauwe pull van Andreas kocht ik zelf. De rest is van het’em.

Na het gebruik, en dat betekent vaak enkele jaren, gaan die kleren terug naar de eigenaar (“want we kunnen het zélf wel verder gebruiken, of doorgeven”) of naar een vooraf afgesproken andere bestemming (“ik heb het vooral niét meer nodig, geef dus zelf maar door”).

Het is opvallend dat, als je er zorg voor draagt, kledij vele draaggetijden meegaat. Wow, als je daarvan de cost per wear zou uitrekenen.

Ik doe dat niet vaak hoor, die cost per wear uitrekenen. Ik zou een potje janken bij het zien van die geweldige kleedjes en bloesjes die nu al anderhalf in mijn kast hangen, onaangeroerd. Maar ze hébben een plaats, ik ben er gek op, ze maken mijn dag goed als ik ze zie. En ze maken binnenkort mijn dag nog beter als ik ze weer kan aantrekken.

Maar goed.

Mijn schoonouders kwamen hier dus met 3 zakken jongenskleren. Ook nu zei ik ‘Juij, want hier kun je er niet genoeg van hebben’.

Maar snel sloeg het grote gevaar toe. En jawel, die zakken staan er nog. De betere jenga-toren, gestut tussen de kleerkast en de boekenkast van Andreas.

Ik had nét ervoor de jongenskasten onder handen genomen (de winter-lente-switch). Dat gaat hier trouwens snel want ze willen enkel shorts, zolang het boven de -3 blijft. Wat neerkomt op 4 dagen een lange broek de voorbije winter.

Dus ik geef toe, ik voelde weerstand om het nieuw-gekregen-gerief tussen het gedane werk in te puzzelen.

En dàt hoor ik ook vaak van vriendinnen. Van klanten ook. “We geven graag kinderkledij door. Want ja, wij zijn er dan van af. Die kledij kan nog eens dienen, ook. En we maken anderen blij.”

Win². Win³, zelfs.

Maar toch. Maar toch.

Ik gebruik deze nieuwsbrief graag om enkele tips te delen met jullie. Want het zou niet eerste keer zijn dat ik frustraties opmerk bij klanten over hun doorgeefsysteem.

  • Drop niet zomaar kledij zonder dat de ontvanger er weet van heeft. Informeer of het past dat je met gerief langskomt. En zeker in huidige c-tijden. Check vooral ook of die persoon het kan én wil gebruiken.
  • Spreek af op welke manierje de kledij bezorgt. Letterlijk dan. Zijn plastiek zakken goed? Of van die stevige tassen (die stapelen beter, just saying). Of werk je met plastiek boxen die je dan weer zélf makkelijk kan vullen, en transporteren (mijn Oostendse vriendin en ik doen dat zo, kwestie van die 135 km propertjes te overbruggen).
  • Check ook wat het finale doel is. Bijvoorbeeld, graag terug bezorgen: wanneer dus (en we spreken hier over jaren hé. Even realistisch zijn). Of ‘doe er zelf maar mee wat je wil’.
  • Een topper van een tip, is zoals mijn vriendinneke doet: ze stuurt soms een foto door via whats app: ‘Gaan de jongens dat dragen? Zoja, steek ik het mee in de box’.
  • Staat hiervoor een wederdienst in de plaats? (Geef je hier een bijdrage voor, echt centen? Of volstaat het gewoon om jouw (kinder)kleren mee te geven de volgende keer. Een cake kan ook altijd.)
  • Informeer ook naar de gewenste graad van volledigheid: stoort het als er iets door gebruik beschadigd raakt. Of ja, verloren geraakt. Kan allemaal.
  • Het is ook abslouut je goed recht om te zeggen: ‘Oh, eigenlijk hoeft dit niet. Ik heb mijn kast, ik weet wat in onze kasten hangt, en het is ok zo. Ik merk dat ik er niet toe kom om nog andere spullen te gebruiken, of het gewoon niet durf. Super lief, maar geef gerust aan iemand anders.’
  • Hoe doe ik het hier? Zet ik er labels in? Hou ik alles bij in lijsten? Neen, absoluut niet. En ik zou niet willen dat ontvangers van onze ontgroeide kledij dat zouden moeten doen. Ik raad je aan om hier niet te veel eisen rond te stellen. Wil je absoluut ‘er nog iets voor in de plaats’ – en da’s je volste recht, echt – geef die kinderkleren dan niet door maar verkoop ze meteen. Geef de ontvanger geen stress (‘Whaa, ik moet zorgen dat er niets mee gebeurt. En maak dat maar eens aan die tarzas duidelijk, hmm’).
  • En please, geef geen kledij door die eigenlijk dient voor de kledingcontainer. Of, indien er al stevig in gespeeld is: zeg er eerlijk bij dat het om speelkleren gaat. Doet me denken aan de Humo’s die ik doorgeef aan mijn ouders (ook een vorm van uitwisseling: ik krijg dan mijn m’n moetje haar boeken in return). Die Humo’s zijn vaak enkele maanden oud. Maar nog buikbaar, ja. Interessant ook. Soms al wat gedateerd. En met een koffievlek of kreuk. Kan allemaal.

Die boeken van mijn moetje krijgen hier dan ook de plek die ze verdienen.

En voor jezelf: voorzie dus die plaats waar je de net-ontvangen zakken/dozen met kindergerief kan zetten.

Zodat je er niet over valt.

Zodat die dozen/zakken je niet dagen-, weken- of maandenlang ergeren. Want, hé, het moet eigenlijk een positief gevoel opwekken: je hebt gerief ‘gekregen’. Meer budget dus voor jezelf, ik zeg maar iets, haha.

Maar eerlijk, zorg ook voor een plaats waar je die dozen/zakken niet uit het oog verliest. Want da’s dan ook weer zonde.

Wat schreef ik daarnet?

Geef je spullen en kledij de plek die ze verdienen. Die kledij dus gewoon in de zak/box laten zitten en niet gebruiken? Daar wordt niemand blij van.

Ofwel wil je ze, en gebruik je ze.

Ofwel niet, maar laat ze dan ook het huis niet binnenkomen.

En zo kunnen we het uitbreiden, naar tal van andere zaken die ongewenst en/of nodeloos het huis binnen sluipen… Da’s misschien voor een andere nieuwsbrief.

Maar goed.

Ondertussen is die paaspauze bijna voorbij. En kreeg ik te horen dat er maandag terug warme maaltijden zijn op school.

Het leven lacht me toe.

En in tussentijd, ga ik dan toch eens piepen in die 3 zakken van de schoonzus. Wie weet gaan de jongens met een leuke ‘nieuwe’ short naar school maandag.

Fijn weekend straks,

P.S. Ik maakte een reeks met tips voor overzicht ín de kleerkast van de kids. Ook handig. Je vindt ze hier op mijn instagram pagina.

Volg me dus zeker ook op instagram (ik ben te vinden onder joke_practicaljoke). Via mijn stories krijg je een dagelijkse dosis Practical Joke. Via Facebook kun je ook nog steeds volgen.

P.S. Downloadde je al mijn Survival Pack? Ga naar mijn website, vul je gegevens in en je vindt er tips om niet enkel kledij aan te pakken, maar veel meer dan dat.

P.S. Coachen doe ik tot nader order nog steeds virtueel. Interesse in een quick win coaching? Antwoord gewoon op deze nieuwsbrief en we prikken een moment voor een online of telefonische kennismaking.

P.S. Mijn excuses voor eventuele typfouten. M’n tarzans hier willen absoluut hun moeder terug ‘voor hen alleen’. Zucht. Geen 3de keer nalezen, dus. Het zal zo wel goed zijn. Ja, toch?

Een gedachte over “Hier, nog een kleinigheidje

Voeg uw reactie toe

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: